[Carel Willem Stronck]
STRONCK (Carel Willem), den 25 Junij 1775 te Tiel geboren, studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid en verdedigde in 1797 een Specimen hermenentico-theol. de doctrina et dictione Johannis Apostoli ad Jezu magistri doctrinam dictionem que exacte composita. Ultraj. ad Rhen. 1797. In 1797 werd hij predikant te Odijk, in 1798 te Jisp, in 1802 te Dordrecht, den 31 December 1852 emeritus en overleed den 29 Mei 1853. Hij was een uitstekend godgeleerde en beoefenaar der Oostersche, Grieksche en Latijnsche talen en een liefhebber der Latijnsche poëzy, waarin hij zelf gedichten vervaardigde. Een belangrijke proeve van zijne uitlegkundige studiën gaf hij in het vervolgen van het Bijbelsch huisboek. E. Scheidius had hiervan het eerste deel bewerkt. Nu nam Stronck deze taak op zich. De geheele arbeid zag het licht in 7 deelen. Dordr. 1800-1820.
Voorts gaf hij in het licht:
Geschiedenis van Jezus naar de vier Evangeliën. Utr. 1800.
Volksboek over de pligten der zamenleving, in 1801 door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bekroond.
Proeve eener opgave van de geschiedkundige berigten betreffende de geschiedenis van David, vergeleken met zoodanige gewijde dichtstukken, welke aan hem met zekerheid of waarschijnlijkheid toegekend worden, waaraan het Haagsche genootschap ter verdediging van de Christ. godsdienst het gouden eermetaal schonk.
Lijkrede op J. Heringa. Dordr. 1804.
Dankrede ter viering zijner 25-jarige Evangelie-bediening. Dordr. 1827.
Toespraak aan de Nederduitsche Hervormde gemeente van Dordrecht, bij gelegenheid der Jaarlijksche gedachtenisviering van Dordrechts verlossing en de vervulling zijner veertigjarige Evangelie-bediening onder hen. Dordr. 1843.
Observationes criticae in Homeri hymnum in Cererem, in N.