[Sibrandus Elzod Stratingh]
STRATINGH (Sibrandus Elzod), zoon van Sebaldus Stratingh, apotheker te Groningen en Elzena Groeneveld Bos, werd in 1774 geboren, studeerde te Groningen, werd in 1804 medicus academicus en in 1813 zijn leermeester Thuessink als professor vicarius toegevoegd. Na de herstelling onzes vaderlands, benoemde hem de souvereine vorst, 5 October 1814, tot buitengewoon hoogleeraar in de geneeskunde, en een jaar later werd hij tot gewoon hoogleeraar bevorderd. Ongeveer 25 jaren was hij bij opklimming lid, secretaris en eindelijk president van de commissie van Geneeskundig toevoorzigt; in 1828 maakte hij een deel uit der staatscommissie te 's Hertogenbosch, tot herziening der geneeskundige wetten, gehouden in 1831, van de commissie, te 's Hage, om middelen tot het tegengaan van de cholera vergaderd. De koning erkende zijne verdiensten door hem tot ridder van den Nederl. Leeuw te benoemen. Hij werd in 1844 emeritus en den 16 Junij 1846 overleed hij.
Zie Algem. Konst- en Letterb., 1846, D. II. bl. 2, 3; Gedenkb. d. Gron. Hooges., bl. 120, 121.