de werktuigkunde is ontwikkeld geworden. Op dezelfde wijze heeft hij ook zeer veel gedaan voor de leer van het evenwigt der vloeistoffen en aangetoond, dat de druk van eene vloeistof alleen afhankelijk is van hare hoogte, en dat die druk zich gelijkmatig in alle rigtingen verspreidt; daardoor bepaalde hij natuurlijk tevens den druk van vloeistoffen tegen de zijwanden der vaten, waarin zij besloten zijn, welke verschilt, naarmate men dien druk wil bepalen voor verschillende plaatsen van die zijwanden. Stevin is in 1620 overleden, doch men weet niet waar. De stad Brugge heeft ter vereering zijner groote verdiensten een standbeeld voor hem opgerigt en eene medaille geslagen.
Zie J.C. Voorduin, Laudatio S. Stevini, Gand 1823 4o.; Val. Andreas, Bibl. Belg., p.; Foppens, Bibl. Belg., T. II. p. 1102; O. Delepierre, Resumé biographique sur S. Stevin, par un Brugeois. Brug. 1840 8o.; F.V. Goethals, Notice historique sur la vie et les ouvrages de S. Stevin de Bruges, suivie de remarques sur le Dodoens par P.J. van Meerbeeck. Brux. 1841, portr. 8; Sylv. van de Weyer, S. Stevin et M. Dumortier. Nieport (London) 1845 12, Brux. 1845 12o.; L.A.I. Quetelet, S Stevin. Brux. 1845 8 portr.; J. Delafin, Notice sur la vie et les ouvrages de S. Stevin. Amst. 1846 8o. portr.; N.N. Steichen, Mémoire sur la vie et les travaux de S. Stevin. Brux. 1846 8o.; Notice sur S. Stevin. Gand. 1846 8o.; A. Jughels, Notice historique sur S. Stevin. Bruges 1840 12o.; Notice historique sur S. Stevin, suivie des notes Biographiques des hommes illustres dont les statues, bustes et medaillons decorent la grand place de la Ville (de Bruges) à l'occasion des fêtes inaugurales (de la statue de S. Stevin). Brug. 1844 12o.; Nouvelle appréciation du génie de S.S. à l'etranger in Biblioph. Belge, VII. 443; Simon Stevin,
Helleniste in Mess. Belg., XVI. 115; De la Pierre, Biogr. de S.S. in Ann. Flaudr. occid., I. 286, VI. 172; P. van Doyse, S. Stevin, naer Voorduins bekroond werk. Brux. 1846 8o.; Over Simon Stevin, David Orliens, mr. Adriaan Anthonissen, Jan Adriaansz. Leeghwater, ingenieurs en Johan Schorel, schilder in Hist. Gen. Kron. 4o. 79, 137; Simon Stevin en zijn geslacht in Nav., I. 365, II. 43, 165; Witsen Geysbeek, Woordenboek der zamenleving; Kok, Vaderlandsch Woordenboek; Nieuwenhuis, Woordenboek van kunsten en wetenschappen, te uitgaaf het aanhangsel; nieuwe uitgaaf; van Kampen, Beknopte geschiedenis der letteren en wetenschappen in de Nederlanden, I. bl. 326, III. bl. 111, 115*-121*; van Cappelle, Geschiedenis der wetenschappen, Amsterdam 1821, en den Navorscher, I. (1851) bl. 365; Collot d'Escury, Hollands. roem, D.A. II. bl. 158; De Zeilwagen van S.S. in Eendrage, I. 70; Cappelle, Maurits en Stevin in Bijdr., bl. 283; Siegenbeek, Gesch. d.L.H., D. II. bl. 150; Verwoert, Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. portr.; Abcoude; Poggendorff, Biogr. Hwb., II.
1009; Baur; Jöcher; Conv. Lexic. Biogr. Univ.; Bigr. génér. mod.