[Nikolaas Stellingwerf]
STELLINGWERF (Nikolaas), pensionaris van Medemblik, verzocht als zoodanig aan Willem II, namens deze stad, om bij de vermaarde bezending in 1650 zich niet derwaarts te begeven. Ook wil men dat hij in de vergadering van Holland over het stuk der afdanking eene taal voerde, die te vrij klonk voor vorsten ooren. Geen wonder dat ook hij op 30 Julij 1650 met 5 andere heeren gevangen genomen en naar Loevestein gevoerd werd. Ook hij werd den 13 Augustus ontslagen op voorwaarde van buiten bewind te blijven. Na den dood van Willem II verscheen hij, in zijne ambten hersteld, wederom ter dagvaard. Hij alleen verzette zich tegen die geldverspilling, toen in 1660 een aanzienlijke schat werd gevraagd, om Karel II bij zijne herstelling als koning van Engeland, namens den staat, te onthalen. ‘Het geld, zeide hij, kon veel beter aan kruid, lood en oorlogsschepen besteed worden.
Zie Wagenaar, V.H., D. XII. bl. 90, 92, 109, 127, 194; Verv. der Historie van Enkhuizen door S. Centen, bl. 130; Abbing, Gesch. der stad Hoorn, bl. 43; van Wijn, Nab., D. II. bl. 169, 460, Aitzema, Saken van Staat en Oorlog; Scheltema, Staatk. Ned.; Kronyk van het Hist. Genoots. (5e jaarg.) 1849. bl. 309 en vgl. en 9e Jaarg. (1853) bl. 340; W.J.C. van Hasselt, de Loevenst. Gevangenschap (1650) in Gids, Jaarg. 1845; Nav. D. III. bl. 318, D. IV. 251.