[Enno Doedes Star]
STAR (Enno Doedes), een onzer uitstekendste zeekapiteins. Toen de gesneuvelde vice-admiraal Koenders bij het collegie ter admiraliteit van Vriesland moest vervangen worden, droegen de staten van dit gewest in vereeniging met die van Stadt en Lande (Groningen en Ommelanden) de keuze van een opvolger, aan de Ruiter op, die Star aanwees ‘als een ervaren soldaat en zeeman, die 't stuk der equipagie grondig verstondt’ enz., verdiensten, waarvan de Ruiter zich persoonlijk had kunnen overtuigen, bij zijne expeditie naar de kust van Guinéa en West-Indië, waarvan Star als kapitein van een fluitschip deel had genomen, en bij welke gelegenheid, hij zich reeds door het nemen van een Engelsch schip gunstig had onderscheiden. Als vice-admiraal van Vriesland heeft Star niet alleen de expeditie van Chattam, maar in den derden Engelschen oorlog al de zeegevechten van 1672 en 1673 bijgewoond, en komt zijn naam daarbij steeds gunstig en eervol uit, hoewel hij in de laatste gevechten met zijn schip Groeningen schier de eenigste representant van zijn gewest was, dat, vreemd genoeg, wel een admiraliteits collegie, maar geen eskader meer had! Star moest dientengevolge als dubbele tweede man, naast Cornelis Evertzen de Jonge, in het smaldeel van Adriaan Bankert gestoken worden, in welk escader hij evenwel d'Estrées moedig van onze kusten wist af te houden en steeds als een getrouwe wachter aan de zijde van den Zeeuwschen admiraal gevonden en genoemd werd. Zijn rang van luitenant-admiraal schijnt meer het werk van ancienniteit te zijn geweest.
Hij overleed in 1707 op het huis Rolhuis bij Wirdum in Groningen. Zijne nagelatene papieren worden bij zijne nakomelingen bewaard, die thans Star Numan en Star Lichtenvoort heeten.
Zie Brandt, Leven van de Ruiter, bl. 590, 599; J.C. de Jonge, Neerl. Zeew.; Biogr. Woordenb. d. Nederl., D. I. bl. 433; Verh. en Berigt v.h. Zeewezen, 1355. Afd. 2, no. 4. 1859, Afd. 2, no. 1; Alg. Konst- en Letterb., 7 Maart 1851, no. 10. Nav. D. V. bl. 222, 291, VI. bl. 23, 81, D. X. bl. 258.