Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 916]
| |
overleed te Haarlem den 28 April 1745. In 1714 gaf hij te Haarlem in het licht vijftig Leerzame Zinnebeelden, verzinnelijkt door even zooveel fraaije platen van V. van der Vinne. Deze bijschriften zijn in in denzelfden smaak als die van zijne tijdgenooten Graauwhart en Klinkhamer. Voorts dichtte hij: Eeuwgetij der Nederlandsche vrijheid. Schadelijkheid der wereldliefde. Amst. 1698. Lof der Vriendschap. Amst. 1699. Morgen- en Avondzangen. Amst. 1699 8o. en François Krajestein, Godsgerichten op aarde bij den storm en watervloed van 25 en 26 Dec. 1717. Haarl. 1718. Verjaaring aan Maria Krajestein, den jongste Bruid van Michiel Slagregen, den jongen, op haar trouwdag 15 Jan. 1713. Haarlem 1713. Op de echtvereeniging van Gerrit Willem van Oosten de Bruyn en Maria Croon. Leerzame zinnebeelden met pl. Haarlem 1714. Vervolg der Leerzame zinnebeelden, Spiegel der boetvaardigheid en genade en stichtelijke gezangen. Haarlem 1758. Uiterste wilbeschikking van eene moeder aan hare toekomende kinderen. Amst. 1698 8o. Volgens sommigen door E. Jocelijn Brok, volgens anderen aan J. Luiken, ook aan Geisje Brit en A. Spinneker toegeschreven. Zeege des vrede, behaald te Utrecht den 11 van Grasmaand in 't 1713 jaar 4o. A.S. en F. Krayestein, Godsgerichten op aarde bij den storm. Haarl. z.j. 4o. Gedicht op J. Alberti. Leyd. 1740 4o.
Zie Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenb., D. V. bl. 325, 326; v. Doorninck, Anon. en Pseud. (Reg.); Cat. d. Maats. v. Ned. Letterk, D. III bl. 63; Cat. der stedel. Bibl. te Haarlem, D. III. bl. 128, 246; Abcoude, bl. 342. |
|