Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 896]
| |
Spinola in handen der Spanjaarden viel. M. Kobbe, een oud en bloohartig man, voerde er bevel in den naam der Staten, en toen deze voorstelde de stad aan den vijand over te geven, begaf Speenhoven zich aan het hoofd van den kerkenraad naar de wallen, om den bevelhebber met schreijende oogen en gebeden over te halen om het onschuldig bloed der stedelingen te sparen, en toen Kobbe te kennen gaf dat hij zijn eer moest handhaven, voegde Speenhoven hem toe, dat dan dit bloed over hem en zijn kinderen zou komen. Deze taal maakte indruk: hij gaf de stad over. Later ontmoeten wij hem als predikant te Utrecht, waar hij in 1613, om zijne remonstrantsche gevoelens afgezet en wegens zijne weigering om de akte van stilstand te teekenen, naar Waalwijk gevoerd werd. Na zich aldaar eenigen tijd te hebben opgehouden, keerde hij naar Holland terug, om de herderlooze remons. gemeente te dienen, o.a. die van Delft. Hier overviel hem, na de 29 Junij 1621 heimelijk eene leerrede te hebben gehouden, des avonds in 't huis van P.J. van Rueven, weleer lid der vroedschap, een beroerte, die zijn dood ten gevolge had. Uit vrees voor de boete, gesteld op 't herbergen van een rem. predikant, werd het lijk in een achterschuur begraven. Door een dienstmaagd verklapt, kostte het van Rueven een zware boeten en de onkosten van een stedelijke begrafenis in de kerk, die echter geen plaats vond, vermits het lijk bleef waar het was.
Zie Brandt, Hist. der Ref.; Tideman, Rem. broeders; Kobus en de Rivecourt. |
|