Java tegen zijn oproerige onderdanen, veroverde Soerabaija, herstelde den ouden en bevestigde den jongen keizer, diens zoon, in 't gebied. Na den dood van Maatsuiker werd hij Directeur-generaal en in 1681 Gouverneur-generaal. Hij was beroemd wegens zijn dapperheid en doordringend verstand, zoodat hij, volgens Valentijn, menigmaal een boek papier in een etmaal vol schreef, te gelijkertijd aan anderen een brief in de pen gaf en dan nog met een derden een gesprek hield. Hij overleed op 't kasteel van Batavia den 13 Jan. 1684 en werd in de Nieuwe Hollandsche kerk begraven. Zijn afbeelding is iv plaat gebragt.
Zie Du Bois, vies des Gouv. genér; Du Bois, Hist, Beschrijv. d. Reizen naar Prevost, D. XX. bl. 263; Valentijn, O.I., D. IV. bl. 310-315; Stamboek van den Frieschen adel, D. I. bl. 370, D. II. bl. 277; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Nav. D. X. bl. 245, 288, 314, 350; Nederl. Resid. Almanak; Album van vijftig portretten der Gouverneurs-Generaal van N.O.I. met geslacht wapen. handschrift en histor. tekst door Dr. Wap; Muller, Cat. van portr.