[Theodorus van Spall]
SPALL (Theodorus van) werd den 16en Februarij te Utrecht geboren. Zijne geboorteplaats was tevens de plaats, waar hij zijne opvoeding genoot en voor het predikambt werd gevormd. In 1815 werd hij onder het getal der proponenten aangenomen, en achtereenvolgende predikant te Koedijk (1816), Andijk (1823), Dussen (1828) en te Klundert (1838). In 1860 ontving hij zijn emeritaat, vestigde hij zich te Leiden en overleed aldaar in het laatst van Februarij 1866. Van Spall had geen schitterende gaven; hij was geen geleerde, geen belletrist, geen buitengewoon kansel-redenaar, maar hij stichtte een uitgebreid nut door zijne populaire godsdienstige geschriften en kleins verhalen. Zijne Leerredenen over de gelijkenis van den verloren Zoon; Stichtelijke overdenkingen; Graankorrels; Helena en Robbert en zijn Bijbels Dagschrift, in 1837 aangevangen en later onder een anderen titel voortgezet, waarvoor hij nog kort voor zijn dood arbeidde, werden met stichting gelezen en zijn nog voor velen een bron van christelijke blijdschap, troost en bemoediging. Doch arbeidde hij voor de kinderwereld, door een tal van kleine geschriften, die met graagte ontvangen en gelezen werden, ook ten nutte van den jongeling en der maagd was zijn pen dienstbaar, en wij zeggen niet te veel als wij zijne Twee verhalen (anoniem); Onechte dochter: Gustaaf Rysing en Matt Bieser; Josephus le Grau en Frans Rynveld, 2 dn.; De famielje van Eikensteyn, De ware godsdienst des harten; Merkwaardigheden uit de geschiedenis, en vooral De mensch bij zijne intrede in de wereld, in de wereld, in het laatste tijdperk zijns levens 3 dn., onder de leerzaamste geschriften, die sedert de helft der 19 eeuw verschenen, rangschikten. Zij zijn boeijend en levendig geschreven, doch eenvoudig en
naar de behoefte en vatbaarheid voor hen, voor wie hij ze bestemd had. In eenige periodieke werken, die gedurende zijn werkzaam leven