van hem op den raadpensionaris P. Steyn, en in van Halen's Panpoëtio zijn Dankoffer aan het kunstgenoots. onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkregen. Achter zijn bovengemelde Korte Kerkrede ter plechtige aanvaarding van het Erfstadh. vindt men zijn Vreugde- en zegengalm, Willen V toegezongen.
Bij de uitdeeling van den gouden eerepenning aan W. Bilderdijk, in 't Gen. Kunstliefde spaart geen vlijt. 's Grav. 1781.
Hij bevorderde de dichtkunst, was lid der commissie ter verbetering van het Psalmgezang en mede-oprigter van Kunstliefde spaart geen vlijt. Ook was hij geen vreemdeling in de geschiedenis onzer letterkunde en voerde zelfs een letterkundigen strijd over den vervaardiger van het Wilhelmus van Nassouwen. Hij was lid der Maatschappij van Nederl. Letterkunde, die nog eenige handschriften van hem bezit.
Er bestaan twee portretten van hem.
Zie Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenb., D. V. bl. 314; Schotsl, Kerk. Dordr., D. II. bl. 427; Konst- en Letterb., 1789, No. 27; Boekz., 1789. Jan., bl. 122; Handel. d. Maats. v. Ned. Letterk., 1789, bl. 1; Gedenkboek, bl. 53; Cat. der. Maats. van Ned. Letterk., D. I. bl. 67; Glasius, Godgel. Nederl.; Streso, Kerkr. over Hebreën XIII:20, 21; Brans, Kerk. Reg., bl. 3, 52, 145, 149; Spex, Nagel. Ged., bl. 101; Mnemosyne door H.W. Tydeman en N.G. van Kampen, St. VII; R.H. van Someren en Mr. P.A. Brugmans, Over het volkslied With. van Nass.; Schotel, Het oude volksl. opgeheld.; Dez., Gedachten over het oude volksl. enz.; J.E. Voet, Nagel. Ged., bl. 198; van Iperen, Gesch. v.h. Psalmgez.; Muller, Cat. v. portr., Verwoert; Kobus en de Rivecourt; v. Doornink, Anon. en Pseud., No. 961.