[Thomas Sosius of Zoesius]
SOSIUS of ZOESIUS (Thomas), te Amersfoort geboren, doctor in de beide regten te Leuven (1570), werd den 18 April 1572 raad en procureur-generaal van den Hove van Utrecht en bekleedde van 1578 tot 1579 het ambt van rentmeester-generaal. In 1583, ten gevolge der troubelen vertrokken, werd hij in 1584 eerst buitengewoon en drie jaren later gewoon hoogleeraar in de regten te Leiden. In 1593 verkreeg hij, op zijn verzoek een eervol ontslag, en vertrok naar Duitschland, waar hij hoogleeraar te Wirtsburg werd. Hij schreef Commentaria in codicem.
Zie van Bemmel, Beschrijv. van Amersfoort, bl. 438: Siegenbeek, Gesch. der Leidsche Hooges., D. II. bl. 63; Academisch Tijdschrift voor het Koningr. der Nederl., bl. 228; Val. Andreas, Fast. Acad. Lovan., p. 198; Verhoeven bij Matth., Rer. Amersf. scriptores, p. 54; Burman, Syll. Epist., T. I; Epist. X, CXIX, DCXXXII; Burman, Traj. erud., p. 468; Kok; Kobus e de Rivecourt.