[Antonis van Someren]
SOMEREN (Antonis van) maakte zich als krijgsman onder Frederik Hendrik vermaard. Terwijl hij (1627) in bezetting lag te Grave, was er berigt gekomen dat de prins van Modena met een schat van goederen, uit Brussel stond te reizen naar Maastricht, onder geleide van 120 ruiters. Van Someren trekt met een gelijk getal soldaten, maar daar onder slechts 50 ruiters, op vijandelijken bodem, en treft den Italiaanschen vorst met zijnen schat en zijn geleide aan tusschen Tongeren en St. Truijen. Was de aanranding dapper, niet minder was de tegenstand, en er volgde een allerhartnekkigst gevecht. Van Someren, door acht wonden getroffen, scheen het slagtoffer zijner vermetelheid te zullen worden; maar onvervaard ook in het aanschijn des doods, vaart hij voort zijne soldaten aan te hitsen. Zijn voorbeeld houdt de dapperheid der aanvallers gaande; de prins van Modena ontsnapt gedurende het gevecht; de Spaansche ruiterij wordt op de vlugt gejaagd, en de overwinnaars voeren hunnen deerlijk gewonden aanvoerder triomfehjk met den rijken buit, een schat van twee tonnen gouds, naar den vaderlandschen bodem.
Zie Leven v. Frederik Hendrik, D. I. bl. 211 uit Commelin's Levensb. v. Fred. Hendrik; van de Sande's vervolg op van Reyd; Bosscha, Neerl. Heldend. te land, D. I. bl. 428.