bracht, en in de Nieuwe kerk aldaar den 10 dito, tegelijk met dat zijner echtgenoote, daags na hem overleden, bijgezet werd in den grafkelder van zijn behuwdvader, den luit. adm. Michael Adriaansz. de Ruyter. Deze beroemde predikant, den 28 Maart 1673 te Amsterdam gehuwd zijnde met Margaretha de Ruyter, oe jongste dochter van den Zeeuwschen held, uit diens derden huwelijk met Anna van Gelder, den 1 December 1652 te Vlissingen geboren, liet twee dochters na, Anna en Margaretha Somer, van welke een der afstammelingen uit Anna, n.l. Frederik Adriaan, grave van der Goltz, in 1794 huwde met Isabella Agaita, buronnesse
de PerponcherStednitzky. Somer was een den uitstekendste mannen van zijn tijd. Zijn neef, J. d'Outrein, getuigt van hem ‘dat hij een man was, in allerlei geleerdheid door en door geoefend, in wien wijsheid, kracht van welsprekendheid, ernst en teedere godsvrugt om den prijs dongen.’ Gerard Brandt vereerde zijn albeelding met dit vers:
Verstand, geleerdheid, deugd met zagte aanminnigheyt,
't Gemoed dat scheuring haat, en broedertwist heschreyt,
Straalt uit dit aangezight. Deez vriendelijke held,
De Ruyters schoonzoon, strijt in 't geestlijk oorlogsreld,
Door 't zwaard van 't heilig woord. Dit 's Zomer in de kerk,
Die altijd vruchten teelt door 't christlyck akkerwerk.
Onder een latere afbeelding leest men een Latijnsch gedicht van B. Bekker. De voornaamste zangers en zangeressen, o.a.P. Francius, Catharina Lescaille, Cornelia van der Veer, vereerden zijne nagedachtenis met lijk- en grafdichten, die men achter zijn Christus krachtig in zwakheid vindt. Amst. 1684.
Dat Somer ook de Latijnsche leer bespeelde blijkt (volgens Brandt) uit zijn treffelijk gedicht bij het sneuvelen van zijn zwager, den zeeheld van Gelder, behuwdzoon van de Ruyter.
Men heeft van hem, behalve eenige brieven aan Coccejus, die voorkomen in Cocceji Anecdot. II p. 745, 789.
De roepinge Abrahams uit Ur der Chaldeen. Amst. 1672, 1673, 1684. 12o.
De Algenoegzaamheid der genade. Ald. 1673. 12o.
Blyde uitkomste der onderdrukte geregtigheid, voorgesteld in verscheidene dankzeggingen over de zeeslagen des jaars 1673. Ald. 1674. 12o.
Christus kracht in zwakheit, het sien op den onsienlyken, de verheerlyking Gods, verhandelt in drie predikaatsien. Uit 2 Cor. II: v. 4. Hebr. XI: vs. 27. Rom. XI: vs. [3]6. 12o. Ald. 1684.
Intrepredicatie te Amsterdam. 1673. 12o.
Dankseggingen over de zeeslag van 't jaar 1673. 12o.