[Michiel Adriaan Sobels]
SOBELS (Michiel Adriaan), zoon van den vorige, den 13 Febr. 1795 te 's Hage geboren, stierf aldaar den 15 Junij 1857. Hij beoefende de Nederduitsche en Fransche poëzij, en gaf de volgende romans in het licht onder het pseudoniem Michiel Adriaansz.
Nieuwe Zedelijke Verhalen. 's Grav. 1724.
Het Erfdeel. Haarl. 1826. 8o.
Gravin Henriette of de Groote wereld. Ald. 1827.
Zedelijke Tijdkortingen voor de beschaafde wereld. Haarl. 1828.
De Geheimzinnige Vrouw. Amst. 1828.
Het uur van middernacht. Amst. 1828.
Het Weesmeisje. Amst. 1829.
De zwarte Huzaar. Amst. 1829.
De Schijndoode. Amst. 1832.
Winteravonden. Amst. 1833.
De Herberg in het roode gehucht. Amst. 1834.
Het Theesalet, eene geestige parodie van de gewoonten en zeden van over 25 jaren. Hij liet ook eenige onuitgegeven handschriften na. Hij huwde 1 Cornelia Muilman, 2 Maria Cornelia Clemens. De eerste schonk hem eene dochter, de laatste 6 kinderen.
Part. berigt.