[Johannes Snoupsius of Snoep]
SNOUPSIUS of SNOEP (Johannes), een Zeeuw van afkomst, werd den 23 April 1661 te Middelburg proponent bij de Hervormde kerk, den 5 Mei daaraanvolgenden door Esaias Clement, onder oplegging der handen, in den dienst bevestigd. Onmiddelijk hierop vertrok hij naar de vloot onder de Ruyter en ging met deze in zee. Hoe hij daar werkzaam was, bepaaldelijk op het schip Vlissingen, onder den commandeur Cornelis Evertsen, deelde hij aan de klasse van Walcheren mede in een latijnschen brief. Den 29 September 1662, tijdens hij voor Gibraltar lag, zond Snoupsius andermaal een geschriit aan dezelfde klasse. Reeds vroeg in het voorjaar van 1663 bevond hij zich weder in Zeeland en was den 2 April te Middelburg op de vergadering der klasse van Walcheren tegenwoordig, waar hij nu mondeling verslag deed van zijn dienst op de vloot en van al het merkwaardige dat op de reis was voorgevallen. Den 21 October van dit jaar werd hij predikant te Arnemuiden, waar hij den 31 December 1667 overleed. Hij liet bij zijne vrouw Adriana Evertsen één zoon, Johannes genoemd, na.
De beide door hem geschreven brieven zijn tot eene bijdrage tot de kennis van den zedelijken en godsdienstigen toestand van de bemanning dier vloot, alsmede van de wijze, waarop in de geestelijke behoeften van het scheepsvolk voorzien werd, uitgegeven door Ds. J. Borsius, in het Kerkhistorisch Archief van Kist en Moll, D. I. bl. 347 volgg.