[Augustus van der Sloot]
SLOOT (Augustus van der) te Barby, hoofdstad van het graafschap Barby aan de Elve, in Opper-Saksen, waar zijn vader hofprediker was, geboren, studeerde te Zerbst in het Anhaltsche, en te Utrecht onder Lampe, werd den 1 Sept. 1720 proponent bij de classis van Walcheren. In 1724 volgde hij zijn broeder Henricus Albertus van der Sloot, adjunct te Sint Kruys, in 't land van Kadzant, naar Boxum beroepen, in de eerstgenoemde plaats op. Van St. Kruys werd hij den 19 Aug. 1739 te Domburg, in 1752 te Vlissingen, in 1754 te Middelburg beroepen, waar hij overleed.
Hij huwde in Oct. 1732, Johanna Andriessen, dochter van Johannes Andriessen, predikant te Goes, weduwe van Jacobus Schovel, pred. op den Hoek, in het land van Axel, die hem 7 dochters en 2 zonen schonk.
Hij schreef:
‘Vertogen over de regtvaardiging des Zondaars, tegen J.J. Brahé,’ 3 stukken Middelb. 8o.