Op den jeugdigen leeftijd van 22 jaren werd hij als adjunct-ingenieur bij de waterbouwkundige werken van het Zwolsche diep geplaatst, en droeg in die betrekking, welke hem werkzaamheden zoo wel van technischen als administratieven aard verschafte, de goedkeuring van den ingenieur-directeur van Diggelen en van den raad van administratie, weg. Na de voltooijing van het Zwolsche diep, verviel daarbij zijn ambt. Bij de invoering der rijks-telegraphie, was hij, op het vergelijkend examen voor de aanstaande telegrafisten, een der eersten, die aangenomen werden. Meermalen werden hem aanbiedingen gedaan om in de telegrafie van een ander land over te gaan, 't geen hij echter van de hand wees. Op het laatst van zijn leven werd hem opgedragen om te Delft de aankomende telegrafisten in het practische der telegrafie onderwijs te geven. Onder de wetenschappelijke studiën zijner laatste jaren, bekleedde die der staathuishoudkunde eene eerste plaats. Om zich zelven te oefenen, geen ledigen tijd te verliezen en tevens zich de hulpmiddelen aan te schaffen, die hem verder in zijn wetenschappelijk streven van dienst kon zijn, vertaalde hij onderscheiden belangrijke werken, zooals de Beschrijving van Kordofan door Ignaz Pallme, welke hij verrijkte met een keurige kaart van zijn eigen hand, alsmede met aanteekeningen die van groote belezenheid getuigden, voorts van het werk van Mc. Culloch, Over de werkloonen en den toestand der arbeidende klasse, met aanteekeningen en een aanhangsel Over de voornaamste bestanddeelen van het werkelijke loon eens arbeiders en eenige opmerkingen over den min gunstigen toestand van een groot aantal arbeiders, ook van de lessen tot Inleiding der Staathuishoudkunde door Richard Whafeley. Terwijl hij te Amsterdam op het telegrafisch bureau was, werd hem door de maatschappij
Felix Meritis het opmaken van het wetenschappelijk verslag barer handelingen opgedragen en kweet hij zich hiervan op een voortreffelijke wljze. In het 2de stuk 10e d. van het Tijdschrift voor Staathuishoudk. en Statistiek gaf hij een oorspronkelijk stukje De electrische telegraaf, in betrekking tot de algemeene welvaart. Hij overleed den 15 Julij 1855, als telegrafist der eerste klasse.
Zie het genoemde Tijdschrift, D. XI. bl. 177. volgg.