Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 696]
| |
13 Maart 1723. Na tot doctor in de regten te zijn gepromoveert, kwam hij reeds spoedig in vele stedelijke betrekkingen te Haarlem b.v. als commissaris van de kleine bank van justitie, raad in de vroedschap, schepen, thesaurier, hoofd-officier enz. eindelijk van regerend burgemeester, welke betrekking hij een aantal jaren en nog bij zijn overlijden bekleedde. In 1773 was hij door de staten van Holland benoemd tot ontvanger van de gemeene landsmiddelen, was nog stadhouder van de leenen van Brederode, als ook bailluw en houtvester. Hij is geweest een der oprigters en president van de Hollandsche maatschappij van kunsten en wetenschappen te Haarlem, en van den oeconomischen tak daarvan. Tot aandenken daarvan vereerde de maatschappij zijne kinderen met een op perkament geschreven erkenningsbrief, daar die kinderen hadden bedankt voor de eer der oprigting van een gedenkteeken op zijn graf, hetwelk de maatschappij tot vereering van den stichter had aangebodenGa naar voetnoot1). Hij overleed te Haarlem den 7 Julij 1783, en liet bij zijne echtgenoot Elizabeth Anna Slicher, geb. te 's Hage 24 Julij 1726, overleden te Haarlem 18 Mei 1766, waarmede hij den 12 Julij 1746 te 's Hage getrouwd was, 5 kinderen, waaronder 2 zoons na. 1o. Jhr. Mr. Cornelis Ascanius, heer van Moermont Renesse en Noord-Welle, geb. te Haarlem 8 Aug. 1753, en overleden te Bennenbroek den 3 November 1797. Hij was raad in de vroedschap, schepen enz. te Haarlem, curator der Latijnsche scholen, bailluw over de landen van Blois, luitenant-kolonel der schutterij. Uit zijn huwelijk met Johanna Cornelia van Diepenbrugge, heeft hij geene kinderen gehad. 2o. Jhr. Mr. Wigbold van Sypesteyn, geb. te Haarlem, den 26sten Februarij 1758. Te Utrecht gepromoveerd in de regten, werd hij, even 20 jaren oud zijnde, benoemd tot secretaris der stad Haarlem, welke betrekking hij tot zijnen dood toe heeft bekleed, dus in een tijdperk dat zeer groote gebeurtenissen zijn voorgevallen. In moeijelijke omstandigheden dikwerf geplaatst geweest, heeft hij aan zijne geboortestad belangrijke diensten kunnen bewijzen, vooral daar hij bij de burgerij zeer geacht en bemind was. In Maart 1814 was hij een der notabelen tot het ontwerpen van eene grondwet, die daarop voor het koningrijk der Nederlanden is aangenomen. Bij het eerste besluit, dat koning Willem I met opzigt tot den Nederlandschen adel heeft genomen, was ook Wigbold van Sypesteyn in den Nederlandschen adelstand opgenomen. Hij overleed te Haarlem den 24sten November 1815. Hij | |
[pagina 697]
| |
huwde te Eemnes den 18 Julij 1784 met Petronella Oatharina Crommelin, geboren te Haarlem den 9 Januarij 1764, overleden aldaar den 10 December 1846. zijn drie zoons geboren, waarvan Jhr. Jacob van Sypesteyn, die als 1ste luitenant der hussaren in den veldtogt van Rusland sneuvelde, en Jhr. Cornelis Ascanius van Sypesteyn wiens 3 zoons uit het huwelijk met Cornelia Anna Druijvesteijn bij zijn overlijden de laatste mannelijke afstammelingen van het geslacht waren. Zie Wagenaar. |
|