verdrukkingen. tot een blijde vrugt in 't laatste der dagen, nu herbloeijende in de tegenwoordige vrede, gemaakt met de magtige koning van Frankrijk, Lowijs de XIV. 1713.
Gouden Reukaltaar. Amst. 1716. 8o.
Over het Evangelium van Johannes. Amst. 1717. 4o.
Ware Christendom. Amst. 1719. 4o.
Mogelijk hetzelfde met Leere der Waarheid. 1686.
Zaligheit uyt de Joden. Amst. 1720. 8o.
Wie een Christen is en hoe te worden. 1699. Amst. 1723. 8o.
Een lamp en licht voor 't Oude en Nieuwe Israel, of verklaring over de uiterlijke dingen der wet, als de Besnijdenis, het Paschen, het Pinxsterfeest, het Manna, de Sabbath, de Rotsteen, ook over de Offerhande. Amst. 1723. 8o.
Merkteekenen van den Messias. Amst. 1724. 8o.
De eenige en heilige weg om te komen in 's Hemels Paradijs. Amst. 1725. 8o.
Onderzoek van den ouden Joodschen Catechismus. Amst. 1726. 8o.
Paradijsche Godgeleerdheid. Amst. 1727. 8o.
Heerlijkheid Gods bij Oudenaerde. Amst. 1709. 8o.
Heerlijkheid Gods bij Rammeleys. Amst. 1706. 8o.
Heerlijkheid Gods aan den Donauw. Amst. 1704. 8o.
Heerlijkheid Gods in Piëmont. Amst. 1706. 8o., waarvoor hij door de Staten-Generaal met een gouden gedenkpenning werd beschonken.
De Throon van Gods genade, gebouwt op den Throon zijner Heiligheid Amst. 1727. 8o.
Zie Boekz. 1727 b. bl. 76.
Het woord des levens. Amst. 1703, 1732. 8o.
Leer der Waarheit in haar voornaamste gronden geestelijk vergeleken en openbaar gemaakt aan de Conscientie. Tot verligtinge, Heiligmakinge en Vertroostinge der zielen. Leeuw. 1700. 8o. (zesde druk). Utrecht 1749. 8o.
Religie van koning David. Amst. 1722. 8o.
Verklaringe over den Propheet Jesaias, en zulks bevestigt uit het Evangelium, ten dienste van het Oud- en Nieuw-Israel.
De geestelijke mensch, aengewezen uit de Verklaeringe over den H. Geest eu deszelfs vrugten, door welke wij verlicht worden tot de regte kennisse Godts en wedergeboren of geheiligt tot gelovt ende de Liefde Godts in zijn zoon, den Messias, onzsn Zaligmaker enz. Amst. 1726. 8o.
Zie Boekz. 1726 b. bl. 172.
Zie Greydanus, Naaml. der Predd. onder de classis van Franeker, bl. 49, 104; H. Croese, Reg. der Amst. Predd; Wagenaar, Amst., D. VII. bl. 490; Paauw en Veeris. Vern. Kerkel. Alphab., bl. 186; Abcoude, Naamr., bl. 332, Aanh., bl. 195; Arrenberg, Naamr., bl. 473; Ypey en Dermout, Gesch. d. Ned. Herv. kerk, D. III. bl. 363 verv. in de Aant.; Glasius, Godgel. Nederl.; van der Aa, N.B.A.C. Woordenb.; H.L.