Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Taco Sibelius]SIBELIUS (Taco)Ga naar voetnoot1), predikant te Eemnes buitendijks, Alphen (1756), Gouda (1767), overleed aldaar in 1777. Ten jare 1757 beschuldigde hem Pieter de Windt, lid zijner gemeente, van onregtzinnigheid ten opzigte van het leerstuk van het Zoonschap des Heeren, en gaf met dit oogmerk eene Waarschuwing aan Neêrlands kerk uit. Weldra werd de zaak kerkelijk behandeld, en Sibelius door de klassis van Woer- | |
[pagina 640]
| |
den van Roëllismus vrijgesproken. Deze uitspraak werd in 1758 te Gorinchem, door de Synode van Zuid-Holland, waarop de Windt zich beroepen had, bevestigd. Een en ander onthief echter Sibelius niet van de blaam van onregtzinnigheid. Hij gaf in het licht: Kerkelijke Leerredenen aan de hooge kerkvergadering van Zuid-Holland. H. Trapgezangen of Liederen Hammaâloth op een nieuwe wijze verklaart en toegepast. Rott. 1763. 4o. Over Prediker 12. 4o. Tweetal leerredenen. Leiden 4o. Geschiedenis van het lijden van Jezus Christus, in eene Leerrede over Mattheus XXVI en XXVII. Gouda 8o.
Zie Ypey en Dermout, Gesch. d. Ned. Herv. kerk, D. III. bl. 91, 92, Examen v.h. Ontwerp v. Toler., bl. 22, 23; Glasius, Godgel. Nederl.; Columba en Dreas, Naaml. der Predd. onder de cl. v. Dokkum, bl. 80, 81; Brans, Kerk. Reg., bl. 68, 152; Abcoude, Naamr., Aanh., bl. 195; Arrenberg, Naamr., bl. 473. |
|