tige taak tot regeling der zaken van Soeracarta en Djocjocarta aanbevolen, en mogt hij met zijne twee ambtgenooten zijn werk bekroond zIen door den afstand van vier der rijkste provinciën van het vorstelijk gebied aan het Nederlandsch gezag, en met zijn ambtgenoot den heer Nahuys eene verbeterde grensscheiding tusschen het Soeracartasche en Djocjocartasche gebied daarstellen, hetwelk gedurende meer dan zestig jaren onder de pia vota van het Nederlandsch-Indisch bestuur betoond had.
Kort hierna werd hij tot lid van den raad van Indië en als commissaris ter Sumatra's Westkust benoemd.
Na bijkans veertig jaren onafgebroken dienst werd hij, uithoofde van zijne verzwakte gezondheid, genoodzaakt met een tweejarig verlof naar het Vaderland te vertrekken, alwaar hij ter belooning van zijne lange en gewigtige diensten door zijne majesteit koning Willem II tot kommandeur van de orde van den Nederl. Leeuw bevorderd werd.
In het jaar 1841 in herstelde gezondheid weder naar Java vertrokken, mogt het hem echter niet te beurt vallen om het land zijner bestemming te bereiken, want na eene ongesteldheid van eenige weken, welke echter van geen bedenkelijken aard werd geacht, werd hij weinige dagen voor dat zijn schip de reis volbragt had, onverwacht uit het leven gerukt.
Zijn stoflijk overschot is nog te Batavia begraven, alwaar zijn dood met algemeene droefheid vernomen werd, want door zijne edele hoedanigheden, zijn uitmuntend hart, zijne groote weldadigheid en aangenamen omgang had hij zich veler vrienden hoogachting verworven, en waardig gemaakt.
Sevenhoven is twee malen gehuwd geweest, de laatste maal met eene nog voor hem overleden dochter van den uitmuntenden heer Goldman.
Hij heeft noch uit zijn eerste, noch uit zijn tweede huwelijk eenige kinderen verwekt.
Part. berigt.