[Cornelis Sepp]
SEPP (Cornelis) te Amsterdam geboren, 20 September 1810; de tweede zoon van Jan Sepp, na wiens dood de firma op hem overging. Hij was zelf geen beoefenaar der entomologische wetenschap, maar zette als boekhandelaar de uitgaven zijner vaderen voort, wat betreft het werk over Insecten, daarin ter zijde gestaan door den heer Mr. S.C. Snellen van Vollenhoven, die als redacteur van dat werk optrad en daaraan belangrijke diensten bewees. Weldra werd, nadat acht deelen van 't boek ruim 400 afbeeldingen van Insecten geleverd hadden, een nieuwe serie (tweede) geopend, waarvan thans anderhalf deel voltooid is.
Ook de uitgave der Flora Batava zette hij met kracht voort, hoewel in den beginne vele moeielijkheden door hem overwonnen moesten worden, nog tijdens het leven maar vooral na den dood des toenmaligen schrijvers van 't werk, den heer Mr. P. Gevers Deynoot, totdat, nadat de uitgave eenigen tijd gestaakt was door de bezwaren om een auteur te vinden, de heer F.A. Hartsen die taak op zich nam; na een vierjarigen arbeid werd deze vervangen door den heer F.W. van Eeden, onder wiens auteurschap het werk nu tot en met de 209de affevering of 1055ste plaat gevorderd is. Deze aflevering evenwel ging niet meer door de hand van Cornelis Sepp of een der zijnen: dezelfde ziekte die korten tijd te voren een zijner zusters had weggenomen, had ook hem reeds den 31sten Jannari 1868 door den dood aan zijn gezin ontrukt; zijne laatste levensdagen waren met een donker ffoers omhangen, nadat een zijner kinderen verre van 't ouderlijke huis, in 1865 aan eene vreeselijke ziekte gestorven was. Met zijn dood hield de firma J.C. Sepp en Zoon op te bestaan: de fondsartikelen werden verkocht, en de beide groote, nog niet voltooide uitgaven, de een door zijn overgrootvader, de ander door zijn grootvader aangevangen, worden elk door een afzonderlijke firma voortgezet. Cornelis Sepp's nalatenschap bevatte een belangrijke verzameling entomologische teekeningen van de hand