[Samuel Keyzer Semeins]
SEMEINS (Samuel Keyzer), zoon van mr. Cornelis Keyzer Semeins, verzocht in 1699 aan de staten van Holland en West Vriesland ‘octrooi op eene nieuwe uitvinding van een nieuw metael, seerna het zilver imiteerende, hetwelck van niemandt soodanigh en is gevonden. Ende alsoo denselven suppliant van voornemen is daervan te doen maken allerhande soorten van wercken, als leepels, forcken, tafelborden ende andere noodzakelyckheden in de huyshoudingh gebruyckelyck ende tot allerley sieraedt dienende, als kandelaers, snuyters ende diergelycke. Ende hij suppliant beducht is dat yemandt mochte komen te ondernemen onder eenige valsche soorten van andere stoffen hetselve na te bootsen, en de luyden alsoo te abuseren in de stoffe of materialen, alsoo des suppliants metael bequaem is om in te koken, en het beste tin in te smelten, en zoo smedigh, dat men het kan tot draden laten spinnen om kanten en franjes van te maken, ende met silver en alles overeenkomt behalve de capel of test’ enz. Door gecommitteerde raden, in wier handen dit request gesteld was, werd den 21 Julij 1699 geadviseerd, dat op zijn verzoek hem een octrooi van 15 jaren zou verleeud worden.
Zie Nav., D. VIII. bl. 227, D. IX. bl. 184.