[Joost Sels]
SELS (Joost), verdienstelijk zee officier, die tot den rang van schout-bij-nacht opklom. In 1714 was hij als luitenant ter zee in dienst, en verpligt de wijk te nemen naar 's Hertogenbosch, waar hij een jaar bleef, uit vrees voor zijne schuldeischers, die hij, wegens het niet voldoen zijner achterstallige door de admiraliteit van de Maze, buiten staat was te betalen. Toen kapitein H. Lijnslager, den 30 Mei 1735, naar Marocco werd gezonden om den vrede te herstellen, voerde kapitein Joost Sels het schip Wageningen, dat hem naar Gibraltar, en vervolgens naar Salee moest brengen.
In 1757 vertrok hij op nieuw naar Algiers, en slaagde er in de gerezen bezwaren uit den weg te ruimen. Hij was een geoefend en beschaafd zeeman. Zijne brieven zijn gewoonlijk zeer belangrijk, en het blijkt daaruit dat hij Tacitus, Grotius en andere oudere en nieuwere klassike schrijvers met vrucht had gelezen. Vermoedelijk is hij de zoon van kapitein Maurits Sels, die volgt.
Zie J.C. de Jonge, Gesch. v. Neêrl. Zeew., D. V. bl. 81, 213, 303, 349.