eerste meesters uit de 17e eeuw, die hem goed betaald werden, doch waarin hij de stijl dier meesters welligt te veel met zijn eigen stijl vereenigde. Zijn hoofdvak was echter het schilderen en teekenen van pluimgedierte. Bijzondere studie had hij gemaakt van de natuurlijke historie van vogelen, en op het kleine Loo en in het vorstelijk kabinet te 's Hage een schat van voorwerpen ter navolging gevonden. Volgens Immerzeel ‘is zijn gevogelte onberispelijk van teekening, bevallig en eigenaardig van houdingen en bewegingen, donzig, fluweelachtig, zwierig of bont van vederen, naar eisch der soorten. Zijn koloriet vooral in paauwen, faizanten, papegaaijen en dergelijke evenaart schier in schitterende kleurenpracht de natuur zelve. Daarmede vereenigde hij tevens eene gemakkelijkheid van uitvoering, die getuigenis gaf van de zekerheid, met welke penseel en teekenpen door hem gehanteerd werden.’ Een groot aantal vogelen en pluimgedierte, door hem op zulke onnavolgbare wijze, schilderachtig, in waterverwen, naar de natuur geteekend, is uit de nalatenschap van G.J. van Klinkenberg, te Utrecht, in 1841 voor f 1000 door H. de Kat van Barendrecht te Dordrecht aangekocht. In de kunstverzameling van Ploos van Amstel, die eene levensschets van Aart Schouman, als schilder beschouwd, heeft geschreven, kwamen een aantal teekeningen van dezen meester voor, die op openbare verkoopingen tot goede prijzen werden verkocht.
Teekeningen met vogelen golden bij het paar van f 50 tot boven de f 80, terwijl de copijen naar van Huysum, Potter, Cuip, Adriaan en Willem van der Velde, Rembrandt, Dou en Jan Steen van f 50 tot f 120 het stuk verkocht werden.
Op het stedelijk archief te Utrecht berusten zijne portretten van het huis Oranje-Nassau, alle verwonderlijk vast en gemakkelijk geteekend, afkomstig uit den boedel van Isaak Timon, in 1769 te Amsterdam verkocht. Kramm bezit van hem het geteekend Portret van Otto van Veen en familie in kleuren. Ook graveerde Schouman in mezzo-tinto.
Nagler vermeldt als door hem gegraveerd:
G. Dou, in het venster van zijn schilderkamer rokende, naar G. Dou. gr. 4o.
Een man met baard, grooten hoed en lubbekraag, naar Fr. Hals. kl. 4o.
Een idem met korten baard, witten halsdoek en ronden hoed, in 4o. (zeer zeldzaam).
Een oosterling met langen baard, buste regts gewend. 12o. (zeldzaam).
St. Franciscus.
Een zittend man met glas en flesch bij eene lamp in 4o.
De modezuchtige vrouw, naar G. Schalken in 8o. en andere die ook door Kramm vermeld worden.