oefeningen der particuliere lidmaten (bl. 73-75). Inzonderheid werden de Emdensche predikanten bedremmeld door den ongemeenen moed der Overijsselsche synode, die het (1743-1744) bij de Overijsselsche staten zoo verre wisten te brengen dat deze het openbaar verkoopen van het boek, op zware geldboeten verboden, ‘als vele zaken in zich behelzende, die met de leer van den Bijbel en met die der formulieren van eenigheid niet overeen kwamen.’ Zulks verwekte bij velen opzien en ergernis, die Jacobus Immink, predikant te Enschedé, trachtte weg te nemen, door verscheidene gewigtige aanmerkingen tegen het boek van Schortinghuis onder het oog van het publiek te brengen (Theologische, ontleedende, oordeelkundige tegenbemerkingen over het boek van Schortinghuis enz.).
Schortinghuis zelf, door een Nederlandsche synode openlijk onregtzinnig verklaard, kon nu, behoudens zijne eer, niet zwijgen, te meer daar zijne persoonlijke waardigheid door de Groninger synode was ongemoeid gebleven. Hij verdedigde dus, in 1745, zijne gevoelens, zoo goed hij konde, als gegrond op het oud geloof der Dortsche vaderen, (Het oude, regtzinnige gereformeerde, geloof en leer enz.)
Nu vatte Dionysius van der Keessel, predikant te Deventer, uit naam der Overijsselsche synode, de pen op, om haar gedrag te regtvaardigen en de pogingen van Schortinghuis, ter zijner zuivering aangewend, te ontzenuwen, en schreef: Noodig berigt enz. Hierbij is het gebleven.
De Overijsselsche synode drong wel bij de overige synoden van ons vaderland aan, om hare voetstappen na te volgen, maar deze konden daartoe niet worden overgehaald. Hij bleef ongemoeid werkzaam in zijn post tot zijn dood, den 20 November 1750.
Behalve de gemelde werken gaf hij nog in het licht:
Zeedig antwoord op het Historisch Verhaal van de Theol. Facult. van Gron. over het innigste Christendom. Gron. 1740. 4o.
Noodige waarheden in het herte van een Christen tot dienst van zijne zeer toevertrouwde gemeente. Gron. 1738. 8o.
De geborene Christus of geestelijke Bedenkingen over de verborgentheid der Godzaligheid die groot is enz. Gron. 1741, 1746.
Ook als dichter maakte hij zich bekend door:
Geestelijke Gezangen tot ontdekkinge, overtuiginge, bestieringe en opwekkinge van allerley soorten van menschen, so onbekeerden als bekeerden. Alsmede enige beknopte Gezangen over de voornaamste waarheden. Gron. 1733, 17[...]0. Van dit rijmwerk verscheen de vierde druk en in 1745 de 8ste druk van zijn Bevindelijke Gesangen, vertonenden een uytverkoren sondaar: I. Zijne Natuurstaat. II. An sig selfs ontdekt en III. Geheyligt. Gron. 1733.
Voorts gaf hij: