Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 415]
| |
en zich loffelijk als historie- en portretschilder bekend maakte. Vervolgens werd hij hofschilder van keizer Leopold te Weenen, en vervaardigde er portretten van leden van het keizerlijk geslacht. Van Weenen begaf hij zich naar Holland, woonde beurtelings te 's Hage en Amsterdam, en hield er zich voornamelijk bezig met het schilderen van portretten, en nù en dan van altaar stukken. Op vergevorderden ouderdom trok hij naar Dusseldorp waar hij in dienst trad van den keurvorst van de Paltz Johan Wilhelm tot diens overlijden. Het jaar van zijn overlijden is onzeker. Volgens den een overleed hij in 1726 te Weenen, volgens den ander in 1717 te Dusseldorp. Hij leefde daar nog in 1716. Hij heeft zich zelve met een gouden keten om den hals geschilderd. Ook is zijn portret in de galerij te Florence.
Zie Immerzeel; Kramm; Kobus en de Rivecourt. |
|