Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk

[Florens Schoonhoven of Schoonhovius]

SCHOONHOVEN of SCHOONHOVIUS (Florens), zoon van Dirk Jacobsz. Schoonhoven, in 1612 burgemeester van Gouda en raad der admiraliteit, en van Nisje Verharst, dochter van Florens Verharst, schepen (1569) en burgemeester (1579) van Gouda, werd aldaar omstreeks 1594 geboren¹⁾. Hij ontving het onderwijs op de Latijnsche school zijner geboortestad, onder leiding van den rector Willem Traudenius bij wien hij in de kost was. Vervolgens bezocht hij de hoogeschool te Leiden, waar hij in de regten studeerde en verkreeg aldaar in 1618 de titel van doctor. Zijn portret verscheen zonder naam van graveur, voor eenen zijner dichtbundels.

De kerkelijke twisten bewogen hem tot de R.C. kerk over te gaan. Hij overleed te Gouda omtrent 1648.

Hij beoefende de Latijnsche poëzij en gaf in het licht:

Poëmata antehac non edita. Lugd. Bat. 1613. 12^o.

Emblemata partim Moralia, partim etiam civilia; cum latiori eorumdem ejusdem Auctoris interpretatione. Accedunt et alia

1) Zijn moederlijke oudoom was Hendrik Jansz. Thardt, en Simon Gerritz. Schoonhoven, burgemeester van Gouda (1555) behoorde tot zijne voorvaders. Aemilius van Roosendael, raadsheer te 's Hage, en diens broeder Jacob (beide van Gouda), Adriaan Langius, de beroemde Willebrord Snellius en Adriaan Cool of Cools, regtsgeleerde, schepen te Gouda (1613) behoorden tot zijne bloedverwanten.

[p. 413]

quaedam Poëmata suorum libris non contenta. Gouda 1618. 4^o. L.B. 1626. 4^o.

Zie Walvis, Beschrijv. v. Gouda, D. I. bl. 312, 313; Sweertii, Ath. Belg., p. 237; Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 219; Foppens, Bibl. Belg., T. I. p. 279; Paquot, Mém., T. III. p. 258; Hoeufft, Parn. Lat. Belg., p. 152; Peerlkamp, de Poëtis Neerl., p. 347; Borrichius, de Poët., p. 75; Morhof, Polyh., T. I. p. 1062; Hoogstraten; Kok; Kobus en de Rivecourt; Jöcher; Muller, Cat. v. portr.