stad naar Zutphen geweken waren, dewijl hun Deventer, dat het met bisschop Rudolf van Diepholt hield tegen bisschop Zweder van Cuylenburg, ontzegd was, wijl zij gehoorzaam waren aan 's pausen bevel, den kerkdienst in Deventer niet wilden verrigten, werd Arnold in hetzelfde jaar weder naar Deventer gezonden om het Huis te bewaren. In het jaar 1430 reisde hij van Deventer naar Schoonhoven, om de goederen hem, door den dood van zijn vader ten deel gevallen, te halen. Te Zutphen, waarover hij zijn reis nam, werd hij 2 Mei ziek, overleed den 9 daaraanvolgende en werd op het vrouwen kerkhof aldaar begraven.
Zie Moll en Kist, Kerk. Hist. Archief, D. II. bl. 152; van Berkum, Beschrijv. van Schoonh.; Dumbar, Kerk. en Wereld. Dev., bl. 456.