In hetzelfde jaar vergezelde hij Eduard op een kruistogt, kwam in 1270 te Tunis aan, en keerde in 1273 door Sicilië en Italië naar het H. Land terug. Met den prins in Engeland, reeds het vorige jaar als koning erkend, aangekomen, keerde hij naar zijn bisdom terug en hield zich tot zijn dood met het onderwijs en het bestuur er van bezig. Hij overleed in 1292.
Jan Baleus schrijft hem een werk toe, getiteld: Commentum ad Fabulas Poëtarum, weleer in de bibliotheek der Cathedraal te Glascow in Schotland. Hij werd in het Engelsch van zijn tijd Y brawd o Nanni (de broeder Nannius) genoemd.
Zie Godwini, Praesules Angliae, p. 658; Val, Andreas, Bibl. Belg., p. 60; Foppens, Bibl. Belg., T. II. p. 701; Paquot, Mém., T. II. p. 398.