Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk

[Jacob Schimmelpenninck van der Oye]

SCHIMMELPENNINCK van der OYE (Jacob), broeder van den vorige, heer van Holthuisen en Voorstonden, in 1608 geboren, diende eerst den staat als luitenant te lande, verliet den krijgsdienst, en nam in 1637 zitting in de Schepensbank te Zutphen, werd in 1642 majoor dier stad, daarna landrentmeester van het graafschap, kreeg zitting in de generaliteitsrekenkamer, en verscheen als afgevaardigde der provincie Gelderland, in de vergadering der Algemeene Staten.

[p. 339]

Hij huwde 1. in 1630 Anna Catharina van Kerken; dochter van Sweer van Kerken tot Houthulsen, 2. (1639) Woltera van Brienen, dochter van Hendrik van Brienen tot den Musschenberg, rekenmeester te Gelderland, en 3. (1651) Agatha van Oudshoorn, dochter van Dirk van Oudshoorn, heer tot Oudshoorn en Gnephoek, de laatste schonk hem 3 kinderen. Hij overleed 17 September 1677.

Zie Kok.