Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk

[Jacob Schimmelpenninck van der Oye]

SCHIMMELPENNINCK van der OYE (Jacob), zoon van Herman Schimmelpenninck van der Oye, butgemeester van Zutphen en algemeen ontvanger van het graafschap en Stephance van Brienen, dochter van Hendrik van Brienen tot Mussenberg en van Beatrix van Lynden, in 1658 gestorven, werd in 1629 geboren, was heer van de Clouse en Langen, beschreven in de ridderschap en algemeen ontvanger van het graafschap Zutphen, Schultes van Lochem, kommissaris van het graafschap, afgevaardigde in de vergadering van den raad van state, en, vanwege Hare Hoog Mog. de Algemeene Staten verscheidene jaren afgevaardigde te velde bij Willem III, koning van

[p. 338]

Engeland. In 1689 werd hij Schultes buiten en binnen Zutphen en later landdrost van het graafschap van dien naam. Hij had veel gezag in Gelderland en was zeer gezien bij Willem III. Hij overleed den 13 Januarij 1702, bij zijne echtgenoot, Jacoba Emilia van Westerholt, heer tot Scherpenzeel, Hakfort en Peursum en van Aletta van Scherpenzeel, vrouw tot Scherpenzeel 4 kinderen verwekt hebbende.

Zie Scheltema; Ferwerda; Kok.