[Nicolaas Schiere]
SCHIERE (Nicolaas), in 1670 te Harlingen geboren, studeerde te Franeker, werd in 1691 proponent en achtereenvolgend predikant te Morrha en Lioessens (1698), Hallum (1703), en Bolsward (1707). Hij overleed den 28 Maart 1729.
Zijn zoon, Nicolaas Schiere werd predikant te Franeker.
Hij gaf verschillende godgeleerde geschriften in het licht, o.a.
Doctrina Test. Foederumque Divinorum. Franeq. 1718.
Genadestroom der Goddelijke waerheden, vervattende het merg van de geheele H. godgeleerdheid in XVI Leerredenen voorgesteld met de noodige betrachtingen. Amst. 1720. 8o.
De gekruiste en opgewekte Christus, na een veertigdaegsche omwandeling op aerde, na de opstanding verzekert door elf verscheiningen, als Hogepriester met zijn eige bloet, gaende door het Heilige, de Kerk, in het Heilige der Heilige, den Hemel. Amst. 1725. 4o.
Ware godzaligkeid voor de opregte Fijnen. Leiden 1727. 8o.
De brief van Paulus aan de Galatiers, in zijn samenhang, kracht van redenering, betekenis van woorden en spreekwijzen, vertoont en schriftmatig betoogt, met een noodzakelijke voorstoffe over de wet en een register voorzien. Leid. en Amst. 1730. 4o.
Zie Bibl. Brem., T. VII. p. 722; Boekzaal der gel. wereld 1725 b. bl. 127, 1729 a. bl. 503, b. bl. 241-244, 1730 b. bl. 666; Columba en Dreas, Naaml. der predikanten onder Dokkum, bl. 142; Henric. Grevenstein, Bolswarder Naamlijst, bl. 9; Greydanus, Naamlijst der predikanten in de clasis van Franeker, bl. 38; Abcoude, Naaml. bl. 324; Arrenberg, Naaml. bl.