[Theodorus van Schelluine]
SCHELLUINE (Theodorus van), den 23 December 1692 te 's Gravenhage geboren, werd in 1715 predikant te Schelluine, in 1716 te Heemstede, in 1717 te Zalt-Bommel, bedankte voor Schoonhoven, doch nam het beroep naar Amsterdam aan en werd er den 23 Februarij 1728 bevestigd. Hij overleed er in 1775 in hoogen ouderdom.
Schelluine was in zijn tijd een gevierd leeraar, zeer in achting bij Rutger Schutte, die hem Amstels Guldemond noemde. Hij liet zich op 81-jarigen leeftijd door het penseel van J.M. Quinckhard afbeelden. R. Vinkeles vervaardigde naar deze schilderij eene gravure, waaronder een vierregelig vers van Schelluine zelven. Hij heeft nog andere meest gelegenheids gedichten vervaardigd, die in de Boekzalen en voor de werken zijner vrienden en tijdgenooten verstrooid zijn. Ook heeft hij zijne Bespiegelingen van een Christen Amst. 1774, met zijne verzen doormengd. Zijn dichterlijk talent was niet uitstekend.
Hij gaf in het licht:
Nagedachtenis van Do. W. Snabelius en Do. P. Boudaan over Joh. V. vs. 35 en 2 Kon. XI. vs. 11 en 12. Amst. 1739.
Lijkrede op J. Covyn.
De bedachtzame torenbouwer.
De kloekzinnige vredemaker.
De geloofsbedrijven van twee stervende aartsvaderen in Egypte, vertoont in eene leerrede over Hebr. XI:21, 22. Uitgesproken in de Westerkerk te Amsterdam, den 7 April 1765, ter gedagtenis van eenen vervulden vijftig jarigen dienst. Amst. 1765. 4o. Zie Boekzaal 1765 a. bl. 767.
Aanspraak bij gelegenheid der invoering der Nieuwe Psalmen. (1772).
Abcoude vemeldt nog:
Antiparrhasiur ofte verdediging van Parrhasius, schrijver an de vrijheid op den throon, waarin de beschuldigingen van