[Johannes van Schelle]
SCHELLE (Johannes van), den 5 November 1723 te Rotterdam geboren, werd den 4 Mei 1749 predikant bij de Hervormde gemeente te Bergen in Noord-Holland, vertrok van hier naar Edam, en werd in 1757 naar Amsterdam beroepen. Kort daarop beriepen hem curatoren tot hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de hoogeschool te Leiden, waar hij den 16 October 1758 zijn ambt aanvaardde met eene Oratio de feliciori extremis Euangelii temporibus reservato Ecclesiae christianae statu. Hij overleed den 24 Julij 1762. Een fraai portret van hem heeft Houbraken naar de teekening van T. Regters geleverd.
Men heeft van hem:
Glori kroon in den Tempel der Godvrugt, toegerigt aan den Hoog Eerw. en Hoog. Geleerde Heer Johan van den Honert T.H.Z. ter gelegenheid van zijn Ed. XXV Jaerige Predikdienst. Leid. 1743-44.
De vorstelijke Zonne op den Levens middag ondergaande, of plegtige nagedagtenis van een onverwagten en treurenswaardigen Dood van Zijne Doorlugtige Hoogheid, den Heere W.C.H. Friso, Prince van Oranje en Nassauw, Erfstadhouder enz. voorgesteld in eene Lijkreden op den 5 Decemb. 1751, over Amos VIII. vs. 9 en 11. Alkmaar 1752. 4o.
Zie Siegenbeek, Gesch. d.L.H., D. I. bl. 282. II. Toevoegs.