Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk

[J.G. Sandberg]

SANDBERG (J.G.). Men heeft van hem:

Animadversiones in placeta recentiorum, inprimis Goodwini, de respirationis utilitate. Traj. ad Rhen. 1792.

Mededeeling aangaande een middel tegen de gevolgen des beets van dolle honden, in Geneesk. Magazijn door Stipriaan Luicius en anderen, 1804. D. III. St. 3. bl. 313.

Waarnemingen omtrent het stadium contagii, of eerste tijdperk in de kinderziekte. T.a.p. 1801. D. I. St. 3. bl. 116.

[p. 68]

Proeven en waarnemingen over de vereeniging van koortsbast en samentrekkende planten met zoutzuur kwikzilver. T.a.p. 1803. D. II. St. 2. bl. 1.

De gevolgen der onmatigheid in het gebruik van spijs en drank geschetst. Amst. 1809. 8^o.

Proeven en waarnemingen over de samentrekkende planten met wijnsteenig zuure zouten vermengd en eenige stellingen daaruit afgeleid, t.a.p. 1803. D. II. St. 1. bl. 28.

Ook zette hij J.F. Zuckerts genees- en zedek. verhand. over de hartstogten, in het Ned. over. Harderw. 1794. 8^o.

Zie Holtrop, Bibl. med. et chir. p. 310; Cat. C.H. à Roy, T. III p. 1891.