Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Leonardus Rijssenius of van Rijssen]

RIJSSENIUS OF VAN RIJSSEN (Leonardus) werd in de eerste helft der 17 eeuw te Utrecht geboren, studeerde aldaar onder Voetius, werd predikant te Tul en 't Waal, in 1659 te Heusden, negen jaren later te Deventer, vervolgens in 1674 wederom te Heusden, verkreeg in 1693 zijn emeritaat en overleed eenige jaren daarna. Hij was doctor in de godgeleerdheid, een ijvrig voetiaan en wist een scherpe pen te voeren.

Hij gaf in 't licht:

De ludo aleae. 1660 12.

Synopsis impurae Theologiae Remonstra ntium. Traj. 1661, 8^o. Cui additum est Responsum ad epistolam Arnoldi Poelenburgii.

Exercitatio de justificatione Patrum et remissione peccatorum in Veteri Testamento. Ib. 1666 8^o.

Sijnopsis Theologiae elencticae. Daventr. 1671, 12^o.

[p. 627]

Dissertatio theologica, qua orthodoxa sententia, guod fides non sit amor, ostenditur et defenditur contra improbas criminationes tenebrionis Cephae Pistophili ad celeberimum Gisb. Voetium. Traj. 1676 4^o.

Dissertatio de Reformatione. Gorinchem 1671, 8^o.

Justa detestatio sceleratissimi libeili Adr. Beverlandi de peccato originali. Ib. 1680, 8^o.

Dissertatio de Reformatione intensive adaugenda.

Onder de naam van Arnoldus Reynesius schreef hij tegen de Exercitationes sacrae van M. Schoockius.

Dootstuypen der Cartesianen en Coccejanen. Utr. 1667 2 dl. 4^o. tegen Petrus Allinga's Uitvaart van D. Leon. Rijsseni verstokt in zijn ingebeelde dootstuypen der Cartesianen en Coccejanen.

Zie van Rheenen, Naaml. bl. 185; Burman, Traj. erud. p. 218; Paquot, Mèm. T. I p. 643; Glasius, Godgel. Nederl.; Beverlandi, Dissert. de peccato originali 1679.