Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Jacop Cornelis van Rijneveld]

RIJNEVELD (Jacop Cornelis van), den 27 Maart 1799 te Enkhuizen geboren, wijdde zich aan den krijgsstand en werd den 7 den December 1819 aangesteld als 2e Luitenant bij het corps rijdende artillerie, in den Belgischen opstand, den 10 September 1830, door een vijandelijken kogel aan het hoofd gewond, nam het volgende jaar een werkzaaam deel aan den korten maar glorierijken veldtocht, en verkreeg de Willemsorde. Eenige jaren voor het uittrekken van den Belgischen opstand, te Leuven zijn tijd aan de studie wijdende, had van Rijneveld te Leiden het doctoraat in de wijsbegeerte en letteren verkregen, en toen in 1834 de koninklijke Academie te Breda werd opgerigt, werd hij aan het hoofd geplaatst van het onderwijs in de artilerie, wetenschap en bekleede zes jaren die betrekking. De krijgswetenschap was het voorname doel van zijne studiën en de vruchten dier studiën waren. o.a.

De omwenteling in Polen, of schets der voornaamste Poolsche

[p. 622]

Staats- en krijgsgebeurtenissen gedurende de jaren 1830 en 1831; eene krijgsgeschiedenis van onzen tijd. Breda 1830 8^o.

Celebes, of veldtogt der Nederlanders op het eiland Celebes in de jaren 1824 en 1825. Breda 1840 8^o.

Ook was hij van 1832-1848 oprigter en redacteur van de Militaire Spectator en schreef er een aantal belangrijke wetenschappelijke bijdragen in.

In 1842 werd hij bevorderd tot Majoor der artillerie. verhet toen de Militaire Akademie, en in 1848 aan het hoofd der artillerie van het Indische leger geplaatst, keerde hij met een door ziekte gesloopt ligchaam terug en overleed den 29 November 1851.

Hij was ook Ridder van den Nederl. Leeuw en van den Rooden Adelaar. en lid van de Maatschappij van Nederl. Letterkunde.

Zijn leven, geschetst door W.J. Knoop, is in de Biografien der Maatschappij van letterkunde opgenomen.