[G.J. Rynders]
RYNDERS (G.J.) schreef:
Waarneming van een vernaauwd bekken met daarop gevolgde embryotomie op de doode vrucht in N. Verhand. v. h, Gen. ter bevord. der Heelk. D. III. bl. 113.
Waarneming van eene teruggeblevene nageboorte, die na vijftien dagen ontlast werd. Ald. D. III. bl. 107.
Waarneming eener beklemde en gelukkig herstelde breuk in Bijdr. tot de Theor. en Praktische Geneesk. 1810. D. I. St 3. bl. 164.
Eene met bijzondere verschijnselen van cholera gepaard gaande verlossing in Tijds. voor genees-, heel-, verlos- en scheik. 1833 D. III. St. 3. bl. 211.
Iets ten bewijze dat de Koepok het ware middel is, om de Kindderziekte geheel uit te roeijen in Algem. Vaderl. Letteroef. 1819. D. XXIX St. 2. bl 12.
Proeve eener beantwoording der vragen: welke of de beste behandeling is bij den op den mond der baarmoeder vastgehegte moederkoek, welker toevallige plaatsing immer met eene voor moeder en kind gevaarlijke bloedvloeijing vergezeld gaat? Verdient de methode van den verdienstelijken Wigand in dit geval niet eene bijzondere aanprijzing? In Tijds. voor genees-, heel-, verlos- en scheik. 1828. D. II. St. 3, bl. 108.
Drie waarnemingen wegens de navelstreng-breuk in Geneesk. Mengel, door vis unita fortior 1818. D. 1. St. I, bl. 59.
Met F.v.d. Breggen en H. de Lémon, Verhand. over den radex ratanhiac. benevens proeven met denzelven genomen (als nieuw geneesmiddel). Hierachter waarnemingen over de slymlongteeriug door A.P. Kruys Amst. 1819 8o.
Iets over den radix ratanhiae, benevens proeven met denzelven genomen in Geneesk. Mengel. 1818. D. I. St. I. bl. 1. Benevens een bijvoehsel van v d. Breggen en De Lémon. Ald. bl. 23.
Waarnemingen wegens lijders met verstorven breuken, zonder een overblijvende anus artificialis hersteld in Tijds. voor genees-,