Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Jan Danielszoon van de Rijn]

RIJN (Jan Danielszoon van de), commandeur van den brander Pro Patria, bij het admiraliteits-collegie van de Maze, die op den tocht naar Chattam den ketting aan stukken zeilde, zich aan het achter den ketting liggende schip, de Matthias van 52 stukken, hechtte en zoodanig in brand stak, dat het kort daarna met eenen vreeselijken slag in de lucht yloog.⁽¹⁾

(1) Men zegt, dat van Ryn geen belooning ontvangende van Heeren Staten, buiten 's lands dienst nam en zich een beker liet vervaardigen, die te Breda nog is berustende bij eene afstammeling van hem.
‘Een zilveren beker, aan oud zilver waardig f 32.
Om den rand van de rondte:
‘Al die hier komen om mijn te beschempen die siet eerst
Op hem en op de sijne: vindt hij daer dan geen
gebreeken, soo laet hem koomen en dan vryspreeken.
Jan Danielse van de Ryn en aeltie Joppe A^o. 1668.
Op den beker ziet men eenige schepen, waaronder het schip van de Rijn, zeilende de keten aan stukken, die tusschen Chattam en een havenhoofd is gespannen.
Boven het schip van van Rijn leest men De Lunete, boven een ander Pro patria, boven een derde De Vreede. De beker bevat 1½ flesch wijn.

[p. 617]

Hij was ook bij den zeeslag van Solebay, en verdedigde het Admiraliteitsschip der blaauwe vlag.

Zie de Jonge, Gesch. v.h. Zeewezen, D. IIb bl. 437, 509, IIIb 102, 161, 414.