[Joannes Conradus Rücker]
RÜCKER (Joannes Conradus), in 1702 te Windesheim in Frankenland geboren, werd in 1733 tot lector en een jaar later tot gewoon hoogleeraar in het burgerlijk regt te Leiden benoemd en aanvaardde deze bediening met eene Or. de superanda difficultate studii Juris Civilis. Tweemalen werd hij ook met de tijdelijke waarneming van het hoogleeraarambt in het staatsregt belast. In 1769 werd hij emeritus en den 8 April 1778 overleed hij. Zijne af beelding is door J. Houbraken in plaat gebragt. Hij bekleedde in 1741 en 1757 het rectoraat en sprak bij die gelegenheid de Libertatis praesidio, Jure Civili, en de vero Jurisonsulto viro bono. In 1840 verscheen van hem:
Interpretationum Liber primus (j.B. 8o.) in 1749 herdrukt.
Praemissa Dissertatione de civili et naturali temporis computatione in jure, nec non observationibus, quibus Florentina scriptura variis Pandectarum locis defenditur. Subjectisque orationibus quinque varii argumenti (L.B. 8o.) In 1752 verscheen het tweede boek. Ald.
Zie Saxe, Onom., T. IV, p. 475, 738; Te Water, Narratio, p. 216; Hambergeri, Germ. erud., p. 976; Nov. acta erud. 1754 Martii, P. I, p. 109-112; Retationes de libris Novis, Fasc, VIII, no. IV, p. 380-396 Fasc. VIII, p. 390-412; Siegenbeek, Gesch. d.L.H., D. III. bl. 268, 285, D. V, bl. 191, 275; Bouman, Gesch. der Geld. Hooges. D. II, bl. 246; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. van Portr.