Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Mr. Jean Theodorus Royer]

ROYER (Mr. Jean Theodorus,) zoon van den vorige werd in 1765 secretaris van den hove van Holland, Zeeland, en West Friesland, en in 1767 substituut griffier bij hetzelve.

Hij bekleedde dien beide betrekkingen tot 1795, waarna hij geen posten meer bekleed heeft. Hij was zeer bevriend met den hoogleeraar Te Water, die hem als taal- en oudheidkundige roemt, zelfs hield hij zich bezig met aanleeren der Chineesche taal, waarvan hij een uitvoerig woordenboek bezat. Hij was lid der maatschappij van Neerl-letterkunde, en overleed in 1808.

Hij vermaakte zijne Handschriften die betrekking hadden

[p. 536]

op den grooten natuurkundige C. Huijgens, aan de bibliotheek der L. Hoogeschool, en in 1809 zijne rijke verzameling van prenten en platen, in 1823 vereenigd met die der oude pleisterbeelden.

Zie Hand. d. Maatsch. v. Ned. Letterk. 1808, bl. 15: Kobus en de Rivicourt.