[Anthonis de Rovere]
ROVERE, ROOVERE, ROEVERE, (Anthonis de), vlaamsch rederijker, te Brugge geboren, leefde omtrent 1462 en werd toen genoemd Vlaemsch doctoer ende gheestich poeët. Hij was een groot lief hebber van bastaard woorden, zooals onder andere blijkt uit een stukje door hem gedrukt op den dood van Hertog Philips van Bourgondiën. Doch voor de stukken, waar hij minder naar het rijm en de initiale letters moest zoeken, gebruikte hij een zuiverder vlaamsch. Zijne Rhetoricale wercken werden 1562 te Antwerpen gedrukt. Onder deze bevinden zich de dry spelen, door hem gedicht voor de stad Lier en aldaar vertoond in 1450, ter gelegenheid van het landjuweel der Gilden van hand- en voetboog.
De Rovere ontving voor zijne moeite 18 stuivers grooten. In de stads-bibliotheek te Gend berust een handschrift in 4o. met opschrift Res Gandae No. 44, waarin men een zevental refereinen aantreft van Potterkin Dingelsche en de Rovere. Hij nam deel aan het schrijven van Dits die excelente Chronike van Vlaenderen. Geprent T' antwerpen 1531 fol. Het eerste gedeelte, ongeveer tot fol. 84, is (door de Smeth?) uitandere kroniken overgenomen, van daar tot fol. 225 verso dois Anth. de Rovere; tot 1514 is door Andr. de Smeth. Het supplement is van onzekere hand.
Zie De Wind, Bibl. van Geschied. blz. 530; v. Doornick, Anon. en Pseud. no. 1287; Willems, Verh. over de Nederduijts. tael en letterk. D. I blz. 204-205; Le Lom, Beschrijving der stad Lier blz. 144; Laserna Santander Mém. p. 148; De Vries, Geschied. d. Ned. dichtk. D. I blz. 23; IJpey, Gesch. d. Ned. tale D. I blz. 327; Kops, Schets eencr gesch. d. Rederr. blz. 230; Schotel, Gesch. der Rederr.; Die eccel. Chron. v. Vlaend. blz. 133; Blommaert, Nederd. schrijv. van Gend, blz. 54; Witsen Geijsbeek, B.A.C. Woordenb. D. V blz 191; Snellaert, Gesch. d. Ned. Letterk.