[Francois de Rougemont]
ROUGEMONT (Francois de), in 1624 te Maastricht geboren begaf zich, 17 jaren oud, in de orde der Jesuiten. Toen hij in 1654 vernomen had, dat de jesuit en missionaris Martin Martini, uit China wedergekeerd, derwaarts zou terugkeeren, bekroop hem de lust zich ook naar het hemelsche rijk te begeven. Na al wat hem daartoe in den weg stond, overwonnen te hebben, nam hij de verre reis aan, en bevond zich in 1659 op chineeschen grond. Hier legde hij de gelofte af, werd een der ijverigste zendelingen en deelde hij in de vervolging, waaraan de christenen, vooral de jesuiten, in 1664 blootstonden, doch deelde ook in de gunst, die zij ten jare 1671 wederom begonnen te genieten. Hij bleef onvermoeid werkzaam tot dat hij in de kracht zijns levens in China overleed.
Hij schreef;
Historia Tartaro-Sinica nova, auctore P.F. Rougemont, S.J. Belga, Euangelii apud Sinas praecone, curiose conplectens ab anno, 1660 Aulicam Bellicamque inter Sinas disciplinam, sacrorum jura et sacrificulorum; Christianae religionis prospera adversaque, singulari fide, elegantia facili, idonetsque testimoniis breviter et clare describens, Lov. 1673, in het Portug. vert. Lisbon, 1672.
Zie Paquot, Mém. T. II, p. 133; Glasius, Godgel. Nederl.; Kobus en de Rivecourt; Verwoert.