Starenberg eene plaats als officier der Mariniers deed verwerven, welk korps toen een keurkorps van de Republiek kon genoemd worden. Hij nam als zoodanig deel aan de weerstand die men bood tegen Frankrijk's inval. En toen Willem V genoodzaakt was naar Engeland te vlugten, vergezelde hij dien vorst op hetzelfde vaartuig dat hem van Scheveningen in Januarij 1795 naar Engeland moest brengen en bleef gedurende 2 jaren ter zijner beschikking.
In 1797 trad hij met den graad van adsistent kwartiermeester generaal in Engelschen dienst en woonde als zoodanig in 1798 den veldtogt in Ierland bij.
Hij nam in 1799 in denzelfden rang bij het corps van den kolonel Donald Macdonald deel aan de landing der Engelschen in Noord-Holland, betoonde daarbij eene ijver, die zeldzaam gevonden werd, en waarvan alle toenmalige officieele rapporten met lof melding maakten. Hij werd bij een gevecht bij Egmond aan Zee gekwetst en ontving tot erkenning van zijnen diensten van zijnen chef, den Kolonel Macdonald een exemplaar van: A narrasive of the expedition to Holland in the autumn of 1799, voorzien met eene eigenhandige inscriptie van den gever, dus luidende: ‘To captain Rottiers etc. from his friend, Donald-Macdonald, colonel.’
Na zijne terugkomst van den veldtogt in Holland, voegde zich Rottiers bij het leger in Spanje van den Generaal Moore en werd er eenigen tijd gebruikt.
Bij de vestiging van het Koningrijk Holland kwam hij terug in zijn vaderland en werd door Koning Lodewijk aangesteld als kapitein bij het état Major général de l'armee du nouveau royaume. Hij deed in 1807 en 1808 den dienst van Chef de l'état major general de l'armé du marechal de Winter en stond ook als zoodanig vermeld op de Naamlijst van Officieren, in 1807.)
Tegen het einde van 1808 vroeg Rusland aan Koning Lodewijk Hollandsche officieren tot het waarnemen van den dienst in het Keizerrijk, Rottiers werd als zoodanig gedesigneerd, onder de officieren van het état Major. Hij vertrok naar Rusland en werd er geplaatst met den graad van majoor ‘dans le corps dit des quartiers-maîtres a la suite de l'empereur Alexandre.’ Hier werd hij gebruikt totverschillende belangrijke verrigtingen bij de armee van Georgie, waar zijn kennïs als ingenieur en zijne groote bekwaamheid als teekenaar hem zeer nuttig deden zijn. Hij verkreeg in 1811 den graad van Luitenant-Kolonel en kwam toen in het midden van het Keizerrijk, waar hij met den Keizer zelf over dienstzaken in rapport kwam. Hij stond bij dezen en bij de rijksgrooten in hooge achting en heeft daarvan steeds de onmiskenbaarste blijken ontvangen.
Na de herstelling van ons vaderland wenschte Rottiers