[Worp Ropta]
ROPTA (Worp), sedert 1539 keizerlijke Majesteits Grietman van Oost-Dongeradeel, was zoon van Fokke Ropta en Graets van Eysinga. In 1542 komt hij voor als Grietman en gemagtigde van de verdere gedaagden van West-Dongeradeel in eene procuratie, afgegeven op Syts Tjaerda en Haring Heringa, om toe te zien op de handelingen van Douwe Burmania met de Groningers wegens de schadeyvergoeding, door deze laatsten te geven voor het nadeel, dat zij vroeger de ingezetenen van Oostergoo hadden toegebragt. Hij was gevolmagtigde ten landsdage toen in 1550 de acte nopens den eed der huldiging aan Philips II, als Erfheer van Friesland, ingeval van overlijden van Karel V, werd opgemaakt. Hij woonde op Ropta of Ropperda-slate, te Metzlawier, waar hij in 1551 overleed. Hij huwde Bieuck Aebinga van Humalda, van Blija, later echtgenoote van Sytze van Aylva, Grietman van West-Dongeradeel en had bij haar eene dochter, Cunera, later getrouwd met den Drossaard Christoffel Sternsee, Grietman van Barradeel.
zie van Smina, N. Naaml. van Grietm. blz. 79, Charterb. D. II blz. 887, D. III, blz. 181, Tegenw. staat d. Ned. D. XIV, bl. 219.