Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 464]
| |
Waarneming nopens eene beroerte. Ald. 1799. bl. 113. Over eene epilepsia of vallende ziekte. Ald. 1830. bl. 113. Waarneming van een ettergezwel en waterzugt tusschen het peritoneum en de buikspieren. Ald. 1800. bl. 198. Waarneming over zekere gezwellen in de dije, in de mam en in de glandula parotis van dezelve zijde, in eeue kraamvrouw. Ald. 1800. bl. 219. Over een gezwel in de hersenen. Ald. 1799. bl. 109. Waarneming over eene hoofdpijn, naar gramschap, met de dood gevolgt. Ald. 1799. bl. 118. Eene ligte hoofdwonden heeft veele gevolgen en de dood zelve. Ald. 1799. bl. 105. Waarneming van eenen hydrops peritonei of waterzugl tusschen de spieren en het buikvlies. Ald. 1800 bl. 124. Waarneming van de ontledeng van de maxilla inferior. of de onderste kaakbeen. Ald. 1800 bl. 180. Waarneming nopens een gezwel van het mesenterium. Ald. 1800. bl. 206. Waarneming over eene pijne in de regter bovenzijdebuik, een ischuria vesicalis, abortus, waterzugt, kwaadaardig vijt en gezwel in de lever, in een en hetzelfde onderwerp waargenomen. Ald. 1800. bl. 187. Waarneming over een waare slagaderspat. Ald. 1799. bl. 99. Waarneming over een Vomica ofte Meizak in de longen. Ald. 1800. bl. 212. Waarneming over een waterzugt van de borst, hydrops pectoris. 1800. bl. 210.
Zie Holtrop, l.c.p. 299. |
|