[Frederik van Roorda]
ROORDA Frederik van), zoon van Goffe van Roorda van Tjummarum en Imk Hommema, werd in 1521 Grietman van Schoterland van de Geldersche zijde. Schoon hij den renversaalbrief aan den hertog van Saksen geteekend en zelfs op verzoek der overigen mede met zijn zegel voorzien had, was hij echter tot de Geldersche partij overgegaan, en behoorde in 1515 tot een gezantschap van den hertog van Gelder, om hem te verzoeken in Friesland te komen en 's lands zaken te regelen. In 1521 werd hij in een gevecht tusschen het volk van den bisschop van Utrecht en de Gelderschen bij de Lemmer door de eersten gevangen genomen. In 1545 behoorde hij onder de staatsleden, die de resolutie tot bescherming van 's lands privilegien en voorregten onderteekenden. Hij huwde Ayl, dochter van Bave Iskenhuizen en N. Douma, en liet bij haar vier kinderen na.
Zie Wapenb. Roorda in Tyemmarum, Gen. 6; Winsemius, bl. 315, 391, 392; Schotanus, p. 581; v. Sminia, bl. 362, 363.