Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 447]
| |
leiding gaf tot een geleerden twist, omtrent het midden der 18e eeuw. De geschriften toen en later over het zoogenaamd Roonhuysiaansch geheim gewisseld zijn: J.P. Rathlauw, Het berugte geheim in de verloskunde van Rogier Roonhuizen ontdekt. Amst. 1747, 8. Klaare bewijsen dat het berugte geheim in de vroedkunde van R. Roonhuisen, ontdekt en uitgegeeven, door J.P Rathlauw, volstrekt valsch, en het instrument daarin fge beeld, gevaarlijk, en onnut in de meeste gevallen is. Amst 1747. J. Vischer en H. van de Poll, Het waare geheim in de vroedkunde ontdekt tegen de wederstrevers verdedigt door de beschrijving van de wijze, naar welke alle de Roonhuisiaansche vroedmeesters zijn gewoon te werken. Met bijlagen en eene Voorrede van H. Chamberlen en eenige aanmerkingen van Willougby, Leid. 1754. J.P. Rathlauw, Brief van ** bevattende eenige aanmerkingen en wederlegging op en van het werk door J. de Vischer en H. van de Poll, raakende het Rood huysiaansch geheim. Amst. 1754. J.D. Slichting, Embryulcia nova de testa, of een heel nieuw en nuttige vroedkundige behandeling in de meeste moeyelyke baaringen, eertijts gelukkig uitgeoefent door R. Roonhuisen, en over de 50 jaren geheel bedekt gehouden. Nu ontdekt en beschreven. Met pl. en eene bijvoeging van andere onbekende zaaken en de Mitrenchites. Amst, 1747. Appendix etc. Hid. 1747 8. Hem wordt ook een verbeterde manier tot genezing eener hazelip toegeschreven. Zie N.J. Sutthoff, Diss. sistens vectis Roonhuisiani histor. fata et usum. Gott, 1786; Cat. à Roy, T. IV, p. 1738-1740 p. 1759, 1775, Abcoude, Naamr. 2e Aanh. bl. 85, 86; Verwoert,; Nieuwenhuis, |
|