[Michiël de Roode]
ROODE (Michiël de). In den aanvang der 18 eeuw liet Arnoud van Halen door Schijnvoet teekeningen vervaardigen van de portretten der voornaamste dichters. Deze afbeeldsels bragt hij deels zelf op doek, en liet hij deels door anderen schilderen. Reeds in 1779 was dit kabinet volkomen in orde, en had Lambert Bidloo er een dichtkundige beschrijving van in het licht gegeven. Na v. Halen werd Michaël de Roode ‘een door zijn edelmoedigheid meest geprezen kunstmeçenen, eigenaar van het Pan Poëticon (zoo werd het genoemd.)’ Hij liet deels naar het leven, deels naar schilderijen door Quinckhard en andere voorname meesters, er een aanzienlijk getal portretten bijvoegen. Ook liet hij in 1738 door J. de Wit een schoon tafereel maken, verbeeldende de vereeniging der dicht- en schilderkunst, en plaatste het in den binnenkant der groote deur van het kabinet. Na zijn dood kwam het kabinet in handen van Arnoud de Jonghe die er eenige afbeeldsels bijvoegde, en eindelijk in het bezit van het Genootschap Kunst wordt door arbeid verkregen dat den Leidschen kunstschilder Nicolaes Reyers tot opzichter over en schilder van het Pan Poëticon Balavicum aanstelde, en de Lofdichten en Bijschriften van verschillende dichters en dichteressen, hetzij in handschrift hetzij gedrukt, in licht het gaf, met den titel: Arnoud van Halen, Pan Poëticon Batavum, verheerlijkt door lofdichten en Bijschriften: grootendeels getrokken uit het Stamboek van Michiël de Roode. En nu eerst in 't licht gebragt door het Genootschap, onder de spreuk: Kunst wordt door arbeid verkregen. Leyden, 1773. 8.
Onder de Bijschriften zijn er verscheidene van de Roode zelve.